De Tabernakel – 9

De Menorah Deel 2

Het is de overeenstemming van de meeste Talmoedische autoriteiten geworden dat het licht van de menorah met name de tafel van het toonbrood verlichtte. Dit past ook typologisch bij de voorwerpen van het licht van YHVH. Dat zijn wijzelf mensen! De menorah in het Heilige was bedoeld om de geest te verlichten met het woord van God. Dan zou datzelfde licht moeten worden uitgedrukt in goede werken, zodat Abba zou worden verheerlijkt. Dit is de manier waarop onze prachtige Schepper ons heeft geschapen. Ten eerste moet ons hart Zijn getuigenis ontvangen, dan worden onze gedachten veranderd door de studie van Zijn woorden, en tenslotte zullen onze lichamen gaan antwoorden op de opdrachten van de geest. ‘Elohiym heeft ons geschapen, dus wist Hij van te voren dat dit is, hoe wij functioneren. Als het woord van God niet in je hart is, dan moeten de instructies en communicatie ergens anders vandaan komen. Dit is precies waar de meeste van ons waren toen we het woord van YHVH ontvingen. Onze gedachten werden geleerd door bronnen buiten het woord van God om. Onze visie op de wereld en dat om ons heen werd gevormd en vormgegeven door de wereld en de mensen, waar we juist moeite mee hadden om over te leren. Met andere woorden, we leerden over de conclusie van het vooropgestelde en we leerden van het vooropgestelde door de conclusie. De waarheid is dat alleen een externe objectieve bron kan worden vertrouwd.

In de 16de en 17de eeuw werd het zogenaamde "tijdperk van Verlichting" geboren, ook wel het “tijdperk van Redenering“ genoemd. Kort na de Inquisitie veranderden deze mensen de westerse cultuur in een nieuw soort licht, het licht van redeneren. De religieuze cultuur van de na-donkere eeuwen ging door met het produceren van het geestelijken-boven-leken denken. Kerkleiders moesten vertrouwd worden als waarheid. Dit leidde tot zware vervolging en dood van talloze miljoenen, vooral Joden. In reactie hierop, ontstond een groep van zeer beroemde “filosofen van de redenering”. Marqies de Condorcet, Rene Descartes, Denis Diderot, Jean Jacques Rousseau en Voltaire om er maar een paar te noemen. Gedurende dit tijdperk, betekende het licht ontvangen, om de waarheid te ontvangen. God had de mens een geest gegeven en de mens was in staat om zijn bestaan te beredeneren of dit nu strookte met de Schrift of niet. Niet alleen werd de Schriftuurlijke leer van het licht opnieuw uitgevonden, maar het gebruik van allegorie werd opnieuw populair. Op God kon om die reden niet worden gerekend om de gebieden van wetenschap en moraal juist te krijgen. Het boek Genesis werd weg vergeestelijkt, en de rest van de Tanakh werd beschouwd als oude verhalen van al lang vergeten mensen. Het Oude Testament werd beschouwd als een les voor de "kerk" om aandacht aan te schenken. De 'kerk' was natuurlijk al in eerste instantie de hele bedoeling van Gods plan geweest. De Joden waren een beeld van hoe NIET aan God te beantwoorden. Veel van de hedendaagse moderne christelijke leer is een direct gevolg van deze tijd en de 'romantische' tijd die daarop volgde.

Er is een groot aantal "tijden" geweest die de mens heeft zien komen en gaan, die allen het licht van God hebben afgewezen en een ander “licht” hebben geaccepteerd. Veel wereldreligies leren vandaag de dag, dat de mens het licht kan ontvangen als hij daartoe bereid is. Veel "new age" religies leren dat de mens zich naar het licht moet uitstrekken. Veel mensen hebben tegenwoordig bijna-dood ervaringen gehad, waar ze het "licht" gezien hebben. Voor de meeste van deze godsdiensten, is het licht een intellectueel concept. Licht is inderdaad kennis. Licht is het proces van het leren over iets, of misschien wel de sprong naar een ander bestaan. Maar dit is niet waaraan de "Joodse" volgelingen van Yeshua‘ hebben gedacht toen Yeshua’ hen onderwees over dit onderwerp. Het was de menorah in de Tempel die in gedachten kwam. Het waren de eeuwig brandende woorden van God, die in gedachten kwamen. De menorah heette het "Licht der Wereld". Toen Yeshua’ dit gebruikte over Zichzelf, wilde Hij zeggen dat Hij de ware lichtdrager was van Gods licht. Simeon herkende deze waarheid in Lucas toen hij zei:

Lucas 2:30-32want mijn ogen hebben uw heil gezien, dat Gij bereid hebt voor het aangezicht van alle volken: licht tot openbaring voor de heidenen en heerlijkheid voor uw volk Israël….

Yeshua’ noemt zichzelf het "Licht der Wereld" tijdens het Chanukah seizoen in Yochanan  hoofdstukken 8 tot en met 10.

Volgens Shemot (Exodus) 25:33-38, had het gedreven werk van de menorah aan de top van elke tak kommen, gemaakt als amandelen, om de olie te bevatten voor het licht. De kommen zijn gemaakt als amandelen. Het woord amandelen deelt zeer interessante wortels met een ander woord. Het woord voor amandelen is shaqad (שקר) hetgeen precies dezelfde spelling heeft als de werkwoordelijke bron ervan. Het woord shaqad wordt overal elders vertaald als kijken, alert zijn, of zonder slaap. Deze amandelvormige dragers van de olie voor het licht leren ons iets over de aard van een lichtdrager zijn. Zij, of wij, moeten waakzaam en alert zijn als "zonen van het licht". Nogmaals citeer ik uit 1 Tessalonicenzen:

1 Tessalonicenzen 5:2-6immers, gij weet zelf zeer goed, dat de dag van YHVH zó komt, als een dief in de nacht. Terwijl zij zeggen: het is (alles) vrede en rust, overkomt hun, als de weeën een zwangere vrouw, een plotseling verderf, en zij zullen geenszins ontkomen. Maar gij, broeders, zijt niet in de duisternis, zodat die dag u als een dief overvallen zou: want gij zijt allen kinderen des lichts en kinderen des dags. Wij behoren niet aan nacht of duisternis toe; laten wij dan ook niet slapen gelijk de anderen, doch wakker en nuchter zijn.

Hmmm. Herinnert u de gelijkenis van de tien maagden, vijf die olie in hun lampen namen en vijf die dit niet deden? Herinnert u zich het laatste wat Yeshua’ zei in deze gelijkenis? "Waakt dan..." De "zonen van het licht" kennen het woord van God, gehoorzamen zijn geboden, en houden zijn feesten en shabbatten. De natuur van wat zij doen tijdens YHVH’s cyclussen van gerechtigheid maakt hen alert en oplettend. In de Hebreeuwse cultuur zijn de “zonen van de duisternis", of “zonen van de nacht”, diegenen die de Torah niet kennen en het licht van YHVH niet hebben.

De bloesems, of perach (פרח), staken onder de kommen uit naar beneden. Dit woord betekent te bloeien, te groeien of te produceren. Zij voegden vruchtbare schoonheid toe aan de menorah. Op veel plaatsen wordt hierover gesproken als de ware gelovigen van YHVH. De Messiah zegt ons in Mattityahu (Matteüs) 7:20 dat we gekend zullen worden aan onze vruchten. In de Septuagint en de Vulgaat versies van de Schrift, worden de bloemen van de menorah "lelies" genoemd. Misschien is het geen toeval dat de Messiah Zijn ware volgelingen in Mattityahu 6:28-30 vergelijkt met lelies van het veld. De ware staf van God produceerde amandelen en knoppen in Aärons hand in Bemidebar (Numeri) 17. De bloemen waren om de lamp met schoonheid en lieflijkheid te sieren. Een waakzame, gereed zijnde, en wachtende bruid vangt de aandacht van een ieder die zelfs ook maar een blik in haar richting doet. De knoppen, kaphtor (כפתר) in het Hebreeuws, waren ook bedoeld om de as te versieren, omdat dit woord altijd de bloemen begeleidt. Ze waren ook bedoeld om stevigheid te  bieden aan de uitgebreide schachten of takken.

De tangen of melqach (מלקח) en uitdoofschalen of machtah (מחתה) zijn bijna een bijzaak in het ontwerp van de menorah, maar deze waren zeer belangrijke onderdelen in verband met het onderhoud van het licht. Het wordt algemeen aanvaard door de autoriteiten van het tabernakel bouwwerk, dat de tangen gebruikt werden door de priesters om de lamp te trimmen of schoon te maken. We moeten in gedachten houden dat de vertaling van de kandelaar niet moet worden gezien door westerse ogen. Dit was een lamp waarin olie aanhoudend een lont had in elk van de decoratieve schalen. Volgens Shemot 30:7-8, werden de lampen ’s ochtends schoongemaakt en ‘s avonds aangestoken. Het trimmen en aansteken van de lichten werd elke dag uitgevoerd. Dit is de betekenis achter de term voortdurend. Het is ook één van de bronnen van de Schriftuurlijke achtergrond van de ochtend en avond gebedstijden. Elke keer dat de priesters binnen gingen voor het trimmen of aansteken van het menorah licht, brandden ze wierook op het altaar, welke de gebeden zijn van de heiligen (Hitgalut (Openbaring) 5:8). We zullen dit verder bespreken als we bij het gouden altaar aankomen. Voortdurend betekent niet vierentwintig uur per dag, maar dagelijkse en altijd. Dit is wat Sha'ul  bedoelt wanneer hij de heiligen vertelt dat hij voortdurend voor hen bidt. De tangen werden gebruikt om de lonten omhoog te halen, zodat het licht helderder kan schijnen. Lonten worden in het joodse denken typologisch gezien als mensen, op dezelfde manier als dat de bomen ook gezien worden als mensen. Als er weinig of geen olie in de lamp was kon de kous voor een korte tijd op zichzelf branden, maar zou snel uitgaan als er geen olie in de kom van het lont zou zijn. Dit geldt ook voor het woord van God in Zijn volk. Vele malen heb ik gezien dat mensen reageren op een oproep om naar voren te komen, of een emotioneel religieus moment en dan snel in vuur en vlam staan. Maar in een korte tijd branden ze snel weer uit. Dit schijnt ook de achtergrond te zijn van de tien maagden in Mattityahu 25. Een lamp kan voor een korte tijd licht produceren door een brandend lont, maar dooft snel als er geen olie, (Ruach haQodesh, woord van God) bij het lont komt, zodat die kan schijnen. Volgens de joodse traditie brandde de centrum schacht, of de yarek (ירך), continu en waren het de zes andere takken waarvoor het  nodig was die ’s avonds weer aan te steken. De tangen waren een belangrijk onderdeel, verbonden met deze lamp. De tangen werden ook gebruikt om kolen te nemen van het reukofferaltaar te nemen zoals we zien in Yesha'yahu‘s (Jesaja’s) gezicht in hoofdstuk zes van zijn boek. De uitdoofschalen werden ook gebruikt in het Heilige om de as en de wierook te bevatten bij de tafel van het toonbrood, om te worden geworpen op het gouden altaar. Zoals we lezen uit Shemot hoofdstuk 30, worden alle instrumenten van het Heilige dagelijks betrokken in de dienst van de priesters en hebben allen een doel, fysiek en geestelijk.

YHVH sluit veel van deze instructies af door te verklaren dat zij zouden worden gemaakt "naar het model dat aan u daarvan op de berg getoond is." Dit, geloof ik, is voor eeuwig Gods roep aan Zijn volk. Onze Schepper heeft ons vanaf het begin Zijn wegen gegeven en zegent alleen die wegen. Het is een zeer ernstige zaak om Zijn instructies te veranderen of op een andere manier aan de kant te schuiven door iets vergelijkbaars te maken of het te vergeestelijken. We weten door veel openbaring in het Nieuwe Testament dat Yeshua’ onze ultieme tempel of tabernakel is, en dat wij, Zijn lichaam, een aardse voorstelling van dit bouwwerk zijn (Yochanan (Johannes) 2:21, 1 Korintiërs 3:16, 1 Korintiërs 6:19, 2 Korintiërs 6:16). Wij moeten Zijn licht brengen in een donkere wereld en niet ons eigen licht, nog minder het licht van de kerktraditie. Alleen YHVH’s licht is gezegend, op dezelfde manier als dat alleen de zevende dag gezegend is. Heel duidelijk wees Yeshua’ op de menorah, toen Hij zei dat we ons licht moesten laten schijnen, zodat de mensen onze goede werken kunnen zien en onze Vader verheerlijken. Dit is precies wat de menorah deed in het Heilige. Het scheen direct op de tafel van het toonbrood, het leven ondersteunende woord van God, dat ons het verschil toont tussen goede werken en werken van ongerechtigheid of dode werken. YHVH’s licht moet niet in het Heilige blijven, maar moet uitgebracht worden naar de pleinen om te wijzen op het koperen offeraltaar en de enige deur waardoor de mens gered kan worden.

Ik wil dit deel over de menorah afsluiten met een paar bijzaken. De Menorah is een zevenarmige lamp in tegenstelling tot de Chanukah lamp welke een negenarmige lamp is. De twee extra takken werden toegevoegd ter nagedachtenis van de herinwijding van de tempel in 165 VM (Vóór Messias). Technisch gezien is de Chanukah lamp niet de menorah, maar het is een menorah aangezien zij licht produceert. De zevenarmige menorah was ook het patroon dat gebruikt werd om ten tijde van Yeshua’ het licht van YHVH of het woord in de Torah en haftarah lezingen in de Tempel kenbaar te maken. In Lucas 4:15-20 wordt ons dit beeld gepresenteerd in het lezen door Yeshua’ van Yesha'yahu (Jesaja), welke de haftarah lezing van de dag zou zijn geweest. Terwijl hij opstond en las stond Hij op een verhoogd platform, in het Grieks een bimah (βημα) genoemd. Er zouden nog drie voorgangers aan Zijn linkerzijde zijn en drie voorgangers aan Zijn rechterzijde, met in het midden, iets verhoogd, het bimah platform. Dit vanuit de gemeente gezien lijkt precies op hoe de menorah ontworpen is. De voorganger die de Torah lezingen las heette shamash (שמש) of dienende voorganger. Dit is aan wie Yeshua’ de Torahrollen overhandigde in Lukas 4:20. Het woord of licht, gegeven aan de andere voorgangers (herinner je de zeven boodschappers van de kerken in Hitgalut 1:20?) en de gemeente, werd verstrekt door de shamash of dienende voorganger.

Mattityahu 23:11Maar wie de grootste onder u is, zal uw dienaar zijn.

Tijdens het Chanukah seizoen, worden de lampen elke avond aangestoken beginnende met één licht en elke volgende avond één extra totdat alle negen lampen in volle helderheid schijnen. Alle lampen worden elke nacht aangestoken vanuit de middelste lamp genaamd de shamash. Ziet u, niemand van ons kan ons eigen licht produceren. Het licht dat in ons schijnt moet komen van de Hoofdlamp. De Messiah, ons licht, werd voortgebracht in Bere’shiyt (Genesis) 1:3-4. Hij gaf licht aan de allereerste mens van ‘Elohiym’s schepping, en zal niet klaar zijn totdat de gehele lamp verlicht is.

Efeziërs 4:13,16totdat wij allen de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Messiah....en aan Hem ontleent het gehele lichaam als een welsluitend geheel en bijeengehouden door de dienst van al zijn geledingen naar de kracht, die elk lid op zijn wijze oefent, deze groei des lichaams, om zichzelf op te bouwen in de liefde.

Dus, vul uw kommetjes met het woord van God door de kracht van de Ruach haQodesh en laat je licht schijnen!

 

Shalom Alecheim!