De Tabernakel – 14

De Twee Voorhangsels

Shemot (Exodus) 26:1-37Gij zult een voorhangsel maken van blauwpurper, roodpurper, scharlaken en getweernd fijn linnen; met kunstig geweven cherubs zult gij het maken. Gij zult het hangen aan vier pilaren van acaciahout, met goud overtrokken, van gouden haken voorzien, op vier zilveren voetstukken. Gij zult het voorhangsel onder de haken hangen en daarheen, binnen het voorhangsel, de ark der getuigenis brengen, zodat het voorhangsel voor u scheiding maakt tussen het heilige en het heilige der heiligen. Gij zult het verzoendeksel op de ark der getuigenis leggen in het heilige der heiligen. Gij zult de tafel buiten het voorhangsel zetten, en de kandelaar tegenover de tafel aan de zuidzijde van de tabernakel, en de tafel zult gij plaatsen aan de noordzijde. Ook zult gij een gordijn voor de ingang der tent maken van blauwpurper, roodpurper, scharlaken en getweernd fijn linnen: veelkleurig weefwerk. Gij zult voor het gordijn vijf pilaren van acaciahout maken en ze met goud overtrekken, van gouden haken voorzien, en gij zult daarvoor vijf koperen voetstukken gieten.

We zijn nu klaar met de basisstructuur van het Heilige en het Heilige der Heiligen. We hebben gesproken over de verblijfplaats van de Geest van God in het Heilige der Heiligen, de ark van het getuigenis en de verzoendeksel die geplaatst is in de diepste diepten van het hart van de gelovige. Laten we in gedachten houden dat de ark, de plaats waar YHVH ons ontmoet tussen de cherubs, gemaakt is van Zijn barmhartigheid en genade, en de rustplaats is van Zijn Torah. Deze twee dingen gaan samen. De twee cherubs kijken neer op het bloed en ze bewaken, dekken af, en geven bescherming aan het Woord van God. Dit is waar God moet beginnen om de mens volledig te bevrijden van zijn aan zichzelf toegebrachte verwonding. Want het is door Zijn genade dat we bevrijd worden als antwoord op ons geloof, en Sha’ul vertelt ons dat we dan Zijn maaksel zijn, gemaakt in de Messiah om goede werken te doen. Dit brengt ons naar de plaats van de bediening, het Heilige. Dit is de verblijfplaats van de ziel, de geest, en de verkeerstoren, zo u wilt, van ons gedrag. Indien de Geest van God niet in ons hart aanwezig is, welke ons Zijn waarheid toont, dan kan de arena van de geest alleen maar informatie ontvangen uit de wereld en de omringende cultuur. Ons gedrag, zonder YHVH, wordt gecontroleerd en gemanipuleerd door films, boeken, televisie, openbare scholen, en al onze goede vrienden, die natuurlijk allen geïnteresseerd zijn in uw toekomst en welzijn. Er is een zeer duidelijk proces, waar onze Schepper Zijn kind doorheen laat gaan, dat perfect wordt uitgebeeld in de tabernakel.

We zijn nu in eigenlijke zin, aangekomen bij de twee voorhangsels in de Tabernakel. Het binnenste voorhangsel die de verblijfplaats van de ark scheidt van het Heilige, noemt men een paroket (פרכת). Dit woord betekent letterlijk op te splitsen of te scheiden. Dit is om het feit te benadrukken dat alleen de hogepriester het Heilige der Heiligen mocht betreden op Yom Kippuriym. De hogepriester was gescheiden van de normale Levitische priesters. Dit voorhangsel moest op dezelfde manier gemaakt worden als hoe de tentkleden in het Heilige werden gemaakt, dezelfde volgorde van kleuren en de aanwezigheid van de cherubs. Het moest op vier pilaren hangen die in vier zilveren voetenstukken stonden. De verzoening die achter dit voorhangsel gedaan werd was voor alle zonde van Israël op nationaal niveau, en zoals in het Nieuwe Testament geopenbaard is, de zonden van de hele wereld. Dit is de reden waarom vier pilaren worden gebruikt. Het nummer vier in de Schrift spreekt in het algemeen van de aarde en de wereld. Zo zijn er bijvoorbeeld de vier elementen, aarde, wind, vuur en water; de vier regio's: noord, zuid, oost en west, de vier seizoenen: zomer, winter, zaadtijd en oogsttijd, de vier maanfasen: eerste kwartaal, tweede kwartaal, volle en nieuwe maan, en was de materiële schepping klaar op de vierde dag. Als de engelen komen om de uitverkorenen te verzamelen in Mattityahu (Matteüs) 24, verzamelen ze hen uit de vier windstreken van het éne uiteinde van de hemel naar de andere. Dit spreekt van de vier hoeken van de aarde, en zo zou ik door kunnen gaan. Dit voorhangsel heeft altijd het hogepriesterschap vertegenwoordigd. Het heeft altijd gestaan voor de barrière die de hogepriester afscheidde van ieder ander. Het is dit voorhangsel dat de hogepriester eenmaal per jaar scheidde om YHVH te ontmoeten paniym el paniym  ofwel aangezicht tot aangezicht. Het is op deze plaats achter dit voorhangsel, waarvan begrepen werd dat de hogepriester de sprong maakte van een kind tot een volgroeide volwassene, wiens haar wit zou worden van het zijn in de aanwezigheid van de Almachtige. Het is achter dit voorhangsel dat de hogepriester zou kennen zoals hij gekend was. Dit is waar Sha’ul naar verwees in 1 Korintiërs 13, waar hij een nog toekomstige gebeurtenis beschrijft, die zijn vervulling zal vinden op die grote Yom Kippuriym.

1 Korintiërs 13:12Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht; Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ikzelf gekend ben.

Dit zijn de woorden van de hogepriester wanneer hij YHVH bijna ging ontmoeten van aangezicht tot aangezicht.

Ik heb het feit benadrukt, dat dit voorhangsel het hogepriesterschap uitbeeldt zoals uitvoerig verteld in de Torah. Het is dit voorhangsel dat door midden scheurde van boven naar beneden in Mattityahu 27:51. Veel zogenaamde christelijke commentatoren beweren tegenwoordig dat toen het voorhangsel scheurde dit het einde was van de wet. Maar dit voorhangsel heeft de wet nooit vertegenwoordigd, maar het hogepriesterschap. In de Torah bevinden zich instructies aangaande de taken van de priesters in de tabernakel en de tempel. Deze taken stonden rechtstreeks in verband met de noodzaak tot offerandes en offers voor de zonde. Als er geen zonde is, dan is er geen noodzaak voor offerandes, offers, priesters of tempels. Het is aangaande deze offers voor de zonde dat het Nieuwe Testament aangeeft dat ze voltooid zijn in de Messiah. Met betrekking tot het verbond dat verdween, zegt de schrijver van Hebreeën hoofdstuk negen:

Ivrim (Hebreeën) 9:1-10Nu had ook wel het eerste (verbond) bepalingen voor de eredienst en een heiligdom voor deze wereld. Want er was een tent ingericht, de voorste, waarin de kandelaar en de tafel met de toonbroden stonden; deze werd het heilige genoemd; en achter het tweede voorhangsel was een tent, genaamd het heilige der heiligen, met een gouden reukofferaltaar en de ark des verbonds, rondom met goud overtrokken, waarin zich bevonden een gouden kruik met het manna, de staf van Aäron, die gebloeid had, en de tafelen des verbonds; daarboven waren de cherubs der heerlijkheid, die het verzoendeksel overschaduwden; hierover kunnen wij nu niet in bijzonderheden treden. Dit was dan aldus ingericht, en de priesters kwamen bij het vervullen van hun diensten voortdurend in de voorste tent, maar in de tweede alleen de hogepriester, eenmaal in het jaar, niet zonder bloed, dat hij offerde voor zichzelf en voor de zonden door het volk in onwetendheid bedreven. Daarmede gaf de Ruach haQodesh te kennen, dat de weg naar het heiligdom nog niet openlag, zolang de eerste tent nog bestond. Dit was een zinnebeeld voor de tegenwoordige tijd, in zoverre gaven en offers gebracht werden, die niet bij machte waren hem, die (God daarmede) dient, voor zijn besef te volmaken, daar zij met hun spijzen en dranken en onderscheiden wassingen slechts bepalingen voor het vlees zijn, opgelegd tot de tijd van het herstel.

Nu, volgens wat zojuist gezegd werd, hebben al deze teksten betrekking op de offers voor de zonde. Er is dan ook niets gezegd aangaande gezondheidswetten, spijswetten, feesten, Shabbat of de meeste van de instructies in de Torah. De Torah eindigde niet op het tijdstip van de reformatie, maar eerder de wijze waarop de zonde verzoend werd. Dit is de reden waarom het absoluut noodzakelijk is om in te zien dat Yeshua‘ niet aan die boom (ed: NBG paal) gestorven is om een einde te maken aan de wet. Hij stierf om de straf te betalen voor ongehoorzaamheid aan de wet. Dit is waarom het zo belangrijk is om de betekenis van het scheuren van het binnenste voorhangsel te begrijpen. Voor elke discussie in Sha’ul’s brieven, herinnert hij ons eraan dat Yeshua‘ stierf voor de zonde of dat Hij de vloek van de wet op zich nam of dat Hij voor ons tot zonde werd. Als de gelovige dit eenvoudige feit negeert, en zichzelf terug plaatst "onder de wet" om zichzelf te verlossen, dan heeft hij hetgeen Yeshua‘ aan die boom (ed NBG paal) gedaan heeft afgewezen (Onderzoek onze vijfdelige serie voor een discussie over wat het betekent om "onder de wet" te zijn.) De beelden van de tabernakel werden gebruikt om te beschrijven wat Yeshua‘ voor ons gedaan heeft. Bij het gebruik van deze beelden zien we dat het binnenste voorhangsel hetgeen was dat tussen de mens en God in stond. Er was maar één manier waarop de mens verlost kon worden in de Tanakh en dat was door zich te identificeren met de hogepriester. Vanwege onze Messiah werd het getuigenis (de Torah) niet verstoten, maar werd daarentegen het voorhangsel weggerukt, en heeft elke gelovige nu toegang tot het Heilige der Heiligen waar God hem ontmoet boven de verzoendeksel en het getuigenis.

Ivrim (Hebreeën) 10:19-22Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Yeshua‘, langs de nieuwe en levende weg, die Hij ons ingewijd heeft, door het voorhangsel, dat is, zijn vlees, en wij een grote priester over het huis Gods hebben, laten wij toetreden met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, met een hart, dat door besprenging gezuiverd is van besef van kwaad, en met een lichaam, dat gewassen is met zuiver water.

Laat ons toetreden tot wat?  Wat is het meest Heilig? Het getuigenis van God: Zijn genade en Zijn Torah! Zijn woord, dat ons reinigt van alle zonden. Efeziërs 2:12-13 vertelt ons ook waar de onbesnedenen dichtbij gebracht zijn. Sha’ul vertelt ons dat de heidenen dichtbij gebracht zijn tot het gemenebest van Israël, tot de verbonden der belofte, medeburgers met de heiligen en deel van het huisgezin van God door één Geest. Het is waarin we gebracht zijn, wat altijd Sha’ul’s focus is. Dit is de betekenis van het binnenste voorhangsel: natuurlijke takken en wilde takken, beiden toegang hebbende tot het Woord van God door het lichaam van de Messiah, onze eeuwige Hogepriester.

Volgens Shemot 26:36-37, was er nog een voorhangsel dat scheiding maakte tussen de Heilige plek van bediening en het voorhof. Dit zou de deur naar het Heilige zijn. Deze masak (מסך) was gemaakt van hetzelfde materiaal als de paroket. Er zijn twee fundamentele verschillen tussen deze twee ingangen. Er waren geen cherubs geborduurd in het linnen van het eerste voorhangsel. De plaats waar God intiem de mens ontmoet wordt beschreven als zijnde tussen de cherubs boven de ark van het verbond. Dit is opnieuw in beeld gebracht in het linnen van het binnenste voorhangsel ofwel het tweede voorhangsel. Alhoewel God’s aanwezigheid en Zijn instructie in het toonbrood, het gouden altaar en de menorah zijn, wordt Zijn intieme relatie met ons slechts gevonden boven het getuigenis. Dit is een belangrijke les van de voorhangsels. Vaak vinden we "religieuze" tevredenheid in de dingen die we "doen" voor God. Onze bediening wordt onze relatie. Onze meest kostbare momenten, echter, zijn te vinden als we Hem persoonlijk ontmoeten. Het was gebruikelijk in de tijden van Yeshua‘’s fysieke aanwezigheid, dat rabbijnen de stoffige wegen in de buurt van Jeruzalem bewandelden gevolgd door veel van hun discipelen, waar ze ook maar heen gingen. Op sommige momenten tijdens deze korte tochtjes ging hun leraar op een platte rots zitten en focuste dan zijn aandacht direct op zijn discipelen. Het was tijdens deze momenten dat zijn volgelingen niet alleen zijn woorden onthielden, maar ze ook zongen in de vorm van een lied. Yeshua‘ was niet anders. Om Hem te volgen was noodzakelijk, maar om te stoppen, aan Zijn voeten te zitten en Zijn woorden te drinken, dat was intimiteit. Dit waren momenten die heel wat anders waren dan de bediening waartoe Yeshua‘ hen had uitgezonden om te doen. YHVH was met hen toen ze naar de steden gingen om van hun Messiah te spreken, maar niet zoals Hij was als ze Hem van aangezicht tot aangezicht ontmoetten. Heel vaak worden de gebieden van bediening opgesomd in vijf termen welke we vinden in Efeziërs 4:11: apostelen, profeten, evangelisten, herders en leraars. Deze algemene gebieden zijn geloof ik ook afgebeeld in het eerste voorhangsel dat wordt opgehangen aan vijf pilaren in plaats van de vier pilaren van het binnenste voorhangsel. Ik denk dat dit voorhangsel werd gescheurd of verwijderd toen Yeshua‘ deze eerste twaalf uitstuurde om te onderwijzen en te prediken, dat wil zeggen te bedienen. Niet langer zou het woord van God beperkt worden tot het priesterlijke systeem rondom de tempel. Niet langer zou de waarheid beperkt worden tot de wekelijkse Torah en haftarah lezingen van de tempel, maar het Koninkrijk van God zou gepredikt worden aan de hele mensheid (Lucas 16:16). Het was niet de boodschap of instructies van de wet en de profeten, die eindigden, maar in plaats daarvan de wijze waarop YHVH ’Elohiym Zijn woord zou verkondigen. Dit is meerdere malen herhaald in het Nieuwe Testament. Ivrim 1:1-2, Yochanan (Johannes) 14:10, 12:49). Er is een belangrijk verschil tussen een voorhangsel dat de geest verblindt van hen die luisteren naar de lezing van de wet en de profeten (2 Korintiërs 3:14), en dezelfde lezing wanneer het voorhangsel verwijderd is. Het voorhangsel is niet de binnenste en de buitenste voorhangsels van de tabernakel. Het is niet de wet en de profeten, die weggenomen zijn in 2 Korintiërs 3:16, maar het voorhangsel dat hen verblindde voor de focus van de wet en de profeten, de Messiah. Deze leer is vastgelegd door Yeshua‘’s commentaar op de Joodse leiders in Yochanan 5

Yochanan 5:39Gij onderzoekt de Schriften, want gij meent daarin eeuwig leven te hebben, en deze zijn het, welke van Mij getuigen.

Als we doorlezen in 2 Korintiërs 4:1-6, komen we erachter dat het de "god van deze wereld" is die verantwoordelijk is voor het verblinden van hun geest, zodat wanneer ze de wet en de profeten lezen, ze het werkelijke doel niet kunnen zien. Wanneer het licht der wereld komt en op ons schijnt, wordt het voorhangsel verwijderd en kunnen we de wet en de profeten begrijpen. Dit wordt ook onderwezen door Sha’ul in Handelingen 13, toen hij, nadat de wet en de profeten gelezen waren, opstond om aan de bestuurders van de synagoge te openbaren, over wie zij aan het lezen waren.

Deze twee voorhangsels onthullen ons de aard van wat veranderd is door Yeshua‘. God’s Torah, Zijn instructies en geboden voor het leven, een licht en heilig leven zijn nu beschikbaar voor iedereen die tot hen kwam. Jood en heiden, mannelijk en vrouwelijk, meester en slaaf, van koningen tot boeren, rijk en arm. Volgende keer gaan we het voorhof betreden, en bespreken we het koperen altaar. Mis het niet.

Shalom Alecheim!